Het repertoire


Het repertoire van het Weidler Kwartet begint ongeveer 100 jaar voor de “geijkte” kwartetliteratuur en eindigt voorbij muziek waarvan de inkt nog niet droog is, namelijk bij improvisatie.

In korte, ter plekke gecomponeerde intermezzi worden de andere werken van het betreffend programma ingeleid en becommentarieerd.

Van Purcell, Dowland en Bach leidt het repertoire via klassiekers als Mozart, Beethoven, Brahms en Bruckner naar de twintigste eeuw met werken van Webern, Ullmann, Sjostakowitsj, Schnittke en landgenoten als Pijper, Manneke en Comitas. Deze laatste twee droegen werk op aan het kwartet.

Irene: Ik maakte kennis met het kwartet in 2001. Toen ik hen hoorde improviseren, kon ik het niet geloven dat zij geen muziek voor hun neus hadden staan, maar dat de muziek ter plekke ontstond. Dit zou ik dus ook moeten doen! Aanvankelijk was ik geremd, maar dat verdween gelukkig snel. We beleven er zelf veel plezier aan en het publiek ook!